Rookverbod in de horeca: ook voor terrassen?

Over het rookverbod in horecazaken en de interpretatie en naleving/afdwinging ervan is al menig woord gezegd en geschreven. Recent was het aan het Antwerpse hof van beroep om zich uit te spreken over volgende vraag: "geldt het rookverbod ook in overdekte terrassen van horecazaken?"

De wet van 22 december 2009 legt een rookverbod op in “gesloten plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn”. Door deze algemene formulering was het niet duidelijk of dit rookverbod dan ook van toepassing was op overdekte terrassen van horecazaken.

Het hof van beroep te Antwerpen heeft in enkele uitspraken van 8 juni 2016 geoordeeld dat dit rookverbod niet beperkt is tot “gebouwen” in de strikte betekenis van het woord, doch ook slaat op alle voor het publiek toegankelijke ‘gesloten’ plaatsen die geen ‘gebouwen’ zijn, zoals tenten, overdekte terrassen, enz.

Hét criterium is dus of de ruimte waarin gerookt wordt moet worden aanzien als een ‘gesloten ruimte’ of niet. Door de algemene omschrijving in de wet, dient voor elk geval apart beoordeeld te worden of er sprake is van een ‘gesloten ruimte’ in de zin van de wet. Het hof heeft eerder streng geoordeeld en heeft beslist dat wanneer de terrasruimte volledig wordt afgesloten van de omgeving door wanden en een al dan niet uitschuifbaar dak, het terras volledig wordt afgeschermd van de buitenlucht en er dus sprake is van een gesloten ruimte. Ongeacht het voor de bouw van het terras gebruikte materiaal (steen, hout, gyproc, glas, plexiglas, kunststof, tentzeil,…) zal elke rechter op zijn beurt moeten oordelen of er in het voorliggende geval sprake is van een ‘gesloten plaats’ in de zin van de wet van 22 december 2009.

In de op 8 juni ll. uitgesproken arresten werd geoordeeld dat een terrasconstructie, die volledig tegen de voorgevel van de horecazaak werd aangebouwd, en die voor het overige bestond uit 3 wanden en een uitschuifbaar dakzeil, een gesloten plaats betreft waar het rookverbod geldt, omdat het de gasten van het terras afschermt tegen weer en wind en het eveneens de aanwezige tabaksrook in de aldus afgesloten terrasruimte houdt.

Voor een andere horecazaak werd dan weer geoordeeld dat het rookverbod niet van toepassing was, omdat er tussen de voorgevel van het gebouw en het overdekte terras een voetpad was, waardoor het overdekte terras langs één zijde (namelijk de zijde richting gebouw) volledig open was, met een opening aan de linkerzijde en aan de rechterzijde tussen het overdekte terras en het gebouw, telkens doorgang gevend aan gebruikers van het voetpad. Hierdoor kan de aanwezige tabaksrook vervliegen langs de open zijde van het terras, en is het rookverbod niet van toepassing.

Antwerpse rokers en horeca-uitbaters zijn dus ook op een afgesloten terras niet altijd veilig …